Moeten we aspirant toezichthouders opleiden?
In de vorige blogs schreef ik over diversiteit, en hoe je kunt achterhalen of een onervaren toezichthouder het in zich heeft om in uw raad te passen. Oké, dan bent u hier uit, de nieuwe toezichthouder is benoemd, en dan? Dan begint het pas.
Willen we dat aspirant toezichthouders vooraf opgeleid worden, om goed te weten wat toezicht houden inhoudt? De afgelopen weken ging het veel over het opleiden van jonge commissarissen. Serachbureaus zien dat de klasjes vol jonge commissarissen zitten, maar onze PIT-partners schreven een goed stuk waarin ze betogen dat volle klasjes niet automatisch leidt tot ‘diversity of thoughts’.
Kom naar het PIT-lustrum op 27 juni om verrijkt te worden in je denken over toezicht.
Ik vind het opvallend dat jonge aspirant toezichthouders die ik spreek het toezicht houden soms nog vooral vanuit het wettelijk kader bekijken: Wat moet ik en wat mag ik niet. Dit past bij fase 2 van toezicht uit het model van Schraven. Terwijl wat mij betreft de behoefte aan diversiteit parallel loopt met het ontwikkelen van meer waardengericht toezicht (fase 4). Het is dus niet vanzelfsprekend zo dat een nieuwe toezichthouder je ook verder brengt richting waardengericht toezicht. Hoe brengen we aspirant toezichthouders in hun denken en doen naar fase 4? We kunnen niet van startende toezichthouders verwachten dat zij ons naar fase 4 gaan brengen, omdat we weten dat veel vaker individuen door het systeem opgeslokt worden, dan dat individuen in staat zijn het systeem te veranderen. Dit zou een te zware opgave zijn voor startende toezichthouders.
Opleiding is een mogelijkheid. Kunnen we hen opleiden in waardengericht toezicht? Hoe helpen we toezichthouders hun frisse blik te behouden en brengen we tegelijkertijd ook de spelregels van het toezicht houden bij?
Het antwoord op veel van bovenstaande vragen is volgens mij afhankelijk van het team (samenstelling Raad van Toezicht) dat er nu zit (zie blog 3). Hoeveel bestuurlijke ervaring heb je nodig binnen de Raad? Als er voldoende ervaring in uw Raad van Toezicht is, biedt dit ruimte voor een toezichthouder die nog onervaren is. Staat u hier voor open? Dan hoort er ook wel goede begeleiding bij; bent u als voorzitter of als lid bereid hier tijd in te investeren, door bijvoorbeeld een vergadering na te bespreken en feedback te geven? Als je onervaren toezichthouders op wilt leiden, is mijn pleidooi om ze vooral op te leiden in wijsheid; hoe maak je zorgvuldige afwegingen.
Durft u dit risico aan? U weet natuurlijk nog niet of deze toezichthouder de ontwikkeling door gaat maken die u ervan hoopt. Een goede pre-screening (zie blog 4) en gedegen ontwikkelplan kan hierbij helpen. Met een duidelijke profielschets, en een goede pre-screening, wordt in beginsel duidelijk wat de nieuwe toezichthouder nog moet ontwikkelen. En uiteindelijk komt het ook aan op het lef van uw raad om deze keuze te maken.
Volgende week is voorlopig mijn laatste blog in de reeks over diversiteit, dan ga ik in op het mobiliseren van onervaren toezichthouders.